Engel
Beschrijving
Gebruikt in Jesaja 19:8 voor een Hebreeuws zelfstandig naamwoord dat wordt weergegeven als "haak" in Job 41:1 : "De vissers zullen treuren, en allen die een haak in de Nijl werpen, zullen rouwen." Voor een opvallend figuurlijk gebruik ervan zie Habakuk 1:15 waar, sprekend over de goddelozen die de rechtvaardigen verslinden, "de mensen maken als de vissen van de zee," de profeet zegt: "Zij halen hen allen op met de haak, zij vangen hen in hun net" (de Revised Version (British and American) gebruikt enkelvoud).