Ga naar inhoud | Ga naar hoofdmenu | Ga naar het zoekpaneel

Naftali

informatie uit woordenboek

Naftali, Stam van

Over deze stam sprak Jakob de patriarchale zegen uit: "Naftali is een losgelaten hinde: hij spreekt schone woorden" [Gn 49:21 ]. Het was bedoeld om onder poëtische beeldspraak het toekomstige karakter en de geschiedenis van de stam weer te geven.

Ten tijde van de Exodus telde deze stam 53.400 volwassen mannen [Nm 1:43 ], maar aan het einde van de omzwervingen telden ze slechts 45.400 [Nm 26:48 -50]. Samen met Dan en Aser vormden ze "het kamp van Dan," onder een gemeenschappelijke standaard [Nm 2:25 -31], en namen tijdens de mars een plaats in aan de noordzijde van de tabernakel.

Het bezit dat aan deze stam werd toegewezen, wordt uiteengezet in [Jz 19:32 -39]. Het lag in de noordoostelijke hoek van het land, begrensd in het oosten door de Jordaan en de meren van Merom en Galilea, en in het noorden strekte het zich ver uit in Coele-Syrië, de vallei tussen de twee Libanon-bergen. Het omvatte een grotere variëteit aan rijke en prachtige landschappen en aan bodem en klimaat dan aan enige andere stam ten deel viel. Het grondgebied van Naftali strekte zich uit tot ongeveer 800 vierkante mijlen, het dubbele van dat van Issachar. De regio rond Kedesh, een van zijn steden, werd oorspronkelijk Galil genoemd, een naam die later werd gegeven aan de hele noordelijke divisie van Kanaän. Een groot aantal buitenlanders vestigde zich hier tussen de bergen, en daarom werd het "Galilea van de heidenen" genoemd (zie aldaar), [Mt 4:15 ; Mt 4:16 ]. Het zuidelijke deel van Naftali is het "Tuin van Palestina" genoemd. Het was van ongeëvenaarde vruchtbaarheid. Het was het belangrijkste toneel van de openbare bediening van onze Heer. Hier werden de meeste van zijn gelijkenissen gesproken en zijn wonderen verricht.

Deze stam was de eerste die leed onder de invasie van Benhadad, koning van Syrië, tijdens de regeerperiodes van Baësa, koning van Israël, en Asa, koning van Juda [1Kn 15:20 ; 2Kr 16:4 ]. In de regeerperiode van Pekah, koning van Israël, trokken de Assyriërs onder Tiglath-Pileser over heel het noorden van Israël en voerden de mensen in gevangenschap [2Kn 15:29 ]. Zo kwam het koninkrijk Israël tot een einde (v.Chr. 722).

Naftali is nu bijna volledig een woestijn, waarbij de steden Tiberias, aan de oever van het Meer van Galilea, en Safed de enige plaatsen van enige betekenis zijn.

EBD - Easton's Bible Dictionary