Bethuel
links
Kaart
informatie uit woordenboek
Bethuel
man van God, of maagd van God, of huis van God.
(1.) De zoon van Nahor bij Milka; neef van Abraham en vader van Rebekka [Gn 22:22 ; Gn 22:23 ; Gn 24:15 ; Gn 24:24 ; Gn 24:47 ]. Hij verschijnt slechts één keer in persoon [Gn 24:50 ].
(2.) Een zuidelijke stad van Juda [1Kr 4:30 ]; ook wel Bethul genoemd [Jz 19:4 ] en Bethel [Jz 12:16 ; 1Sa 30:27 ].
man van God, of maagd van God, of huis van God.
(1.) De zoon van Nahor bij Milka; neef van Abraham en vader van Rebekka [Gn 22:22 ; Gn 22:23 ; Gn 24:15 ; Gn 24:24 ; Gn 24:47 ]. Hij verschijnt slechts één keer in persoon [Gn 24:50 ].
(2.) Een zuidelijke stad van Juda [1Kr 4:30 ]; ook wel Bethul genoemd [Jz 19:4 ] en Bethel [Jz 12:16 ; 1Sa 30:27 ].
EBD - Easton's Bible Dictionary