Rama B.
links
Street View
Kaart
informatie uit woordenboek
Rama
[Mt 2:18 ], de Griekse vorm van Rama.
(1.) Een stad die voor het eerst wordt genoemd in [Jz 18:25 ], nabij Gibea van Benjamin. Het werd versterkt door Baësa, koning van Israël [1Kn 15:17 -22; 2Kr 16:1 -6]. Asa, koning van Juda, huurde Benhadad, de Syrische koning, in om Baësa uit deze stad te verdrijven [1Kn 15:18 ; 1Kn 15:20 ]. Jesaja [Jes 10:29 ] verwijst ernaar, evenals Jeremia, die daar eens een gevangene was onder de andere gevangenen van Jeruzalem toen het werd ingenomen door Nebukadnezar [Jer 39:8 -12; Jer 40:1 ]. Rachel, wiens graf dicht bij Bethlehem ligt, wordt voorgesteld als huilend in Rama [Jer 31:15 ] om haar vermoorde kinderen. Deze profetie wordt geïllustreerd en vervuld in het heropleven van Rachel's verdriet bij de slachting van de zuigelingen in Bethlehem [Mt 2:18 ]. Het wordt geïdentificeerd met het moderne dorp er-Ram, tussen Gibeon en Beeroth, ongeveer 8 kilometer ten noorden van Jeruzalem. (Zie SAMUEL)
(2.) Een stad geïdentificeerd met Rameh, op de grens van Aser, ongeveer 21 kilometer ten zuidoosten van Tyrus, "op een eenzame heuvel te midden van een kom van groene velden" [Jz 19:29 ].
(3.) Een van de "ommuurde steden" van Naftali [Jz 19:36 ], op een berghelling, ongeveer twaalf kilometer west-zuidwest van Safed, en 24 kilometer ten westen van het noordelijke uiteinde van het Meer van Galilea, het huidige grote en goed gebouwde dorp Rameh.
(4.) Hetzelfde als Ramathaim-zofim (q.v.), een stad van de berg Efraïm [1Sa 1:1 ; 1Sa 1:19 ].
(5.) Hetzelfde als Ramoth-gilead (q.v.), [2Kn 8:29 ; 2Kr 22:6 ].
[Mt 2:18 ], de Griekse vorm van Rama.
(1.) Een stad die voor het eerst wordt genoemd in [Jz 18:25 ], nabij Gibea van Benjamin. Het werd versterkt door Baësa, koning van Israël [1Kn 15:17 -22; 2Kr 16:1 -6]. Asa, koning van Juda, huurde Benhadad, de Syrische koning, in om Baësa uit deze stad te verdrijven [1Kn 15:18 ; 1Kn 15:20 ]. Jesaja [Jes 10:29 ] verwijst ernaar, evenals Jeremia, die daar eens een gevangene was onder de andere gevangenen van Jeruzalem toen het werd ingenomen door Nebukadnezar [Jer 39:8 -12; Jer 40:1 ]. Rachel, wiens graf dicht bij Bethlehem ligt, wordt voorgesteld als huilend in Rama [Jer 31:15 ] om haar vermoorde kinderen. Deze profetie wordt geïllustreerd en vervuld in het heropleven van Rachel's verdriet bij de slachting van de zuigelingen in Bethlehem [Mt 2:18 ]. Het wordt geïdentificeerd met het moderne dorp er-Ram, tussen Gibeon en Beeroth, ongeveer 8 kilometer ten noorden van Jeruzalem. (Zie SAMUEL)
(2.) Een stad geïdentificeerd met Rameh, op de grens van Aser, ongeveer 21 kilometer ten zuidoosten van Tyrus, "op een eenzame heuvel te midden van een kom van groene velden" [Jz 19:29 ].
(3.) Een van de "ommuurde steden" van Naftali [Jz 19:36 ], op een berghelling, ongeveer twaalf kilometer west-zuidwest van Safed, en 24 kilometer ten westen van het noordelijke uiteinde van het Meer van Galilea, het huidige grote en goed gebouwde dorp Rameh.
(4.) Hetzelfde als Ramathaim-zofim (q.v.), een stad van de berg Efraïm [1Sa 1:1 ; 1Sa 1:19 ].
(5.) Hetzelfde als Ramoth-gilead (q.v.), [2Kn 8:29 ; 2Kr 22:6 ].
EBD - Easton's Bible Dictionary