Annas

was hogepriester van 7-14 n.Chr. In 25 n.Chr. werd Kajafas, die de dochter van Annas had getrouwd ([Joh 18:13 ]), tot dat ambt verheven, en waarschijnlijk werd Annas nu voorzitter van het Sanhedrin, of plaatsvervanger of medewerker van de hogepriester, en werd hij daarom ook hogepriester genoemd samen met Kajafas ([Lc 3:2 ]). Volgens de Mozaische wet werd het hogepriesterschap voor het leven bekleed ([Nm 3:10 ]); en hoewel Annas door de Romeinse procurator was afgezet, beschouwden de Joden hem misschien nog steeds wettelijk als de hogepriester. Onze Heer werd eerst voor Annas gebracht, en na een kort verhoor van hem ([Joh 1:18 -23]) werd hij naar Kajafas gestuurd, waar enkele leden van het Sanhedrin bijeen waren gekomen en het eerste proces tegen Jezus plaatsvond ([Mt 26:57 -68]). Dit verhoor van onze Heer voor Annas wordt alleen door Johannes vermeld. Annas was voorzitter van het Sanhedrin waarvoor Petrus en Johannes werden gebracht ([Hd 4:6 ]).

EBD

Kajafas

de Joodse hogepriester (27-36 n.Chr.) aan het begin van de openbare bediening van onze Heer, tijdens de regering van Tiberius ([Lc 3:2 ]), en ook ten tijde van zijn veroordeling en kruisiging ([Mt 26:3 ; Mt 26:57 ; Joh 11:49 ; Joh 18:13 ; Joh 18:14 ]). Hij bekleedde dit ambt gedurende de gehele administratie van Pilatus. Zijn vrouw was de dochter van Annas, die vroeger hogepriester was geweest en waarschijnlijk de plaatsvervanger (Hebreeuws: sagan) van Kajafas was. Hij behoorde tot de sekte van de Sadduceeën ([Hd 5:17 ]), en was lid van de raad toen hij zijn mening gaf dat Jezus ter dood moest worden gebracht "voor het volk, en dat de hele natie niet zou vergaan" ([Joh 11:50 ]). In deze woorden sprak hij onbewust een profetie uit. "Zoals Saul, was hij een profeet ondanks zichzelf." Kajafas had geen macht om de doodstraf uit te voeren, en daarom werd Jezus naar Pilatus, de Romeinse gouverneur, gestuurd, zodat hij het vonnis tegen hem kon uitspreken ([Mt 27:2 ; Joh 18:28 ]). Op een later tijdstip is zijn vijandigheid tegen het evangelie nog steeds duidelijk ([Hd 4:6 ]). (Zie ANNAS)

EBD